deboompjes.nl

                     alle foto's © deboompjes.nl
      home   reizen    papegaaien & parkieten  

"Op zoek naar Ara's in Bolivia"

(Parkieten Sociëteit, januari 2018)


Op zoek naar Ara's in Bolivia

Gerben Boom

In de zomer van 2017 hebben wij met ons gezinnetje een rondreis gemaakt door het mooie Bolivia. Bolivia, één van de armste landen van Zuid-Amerika, is 33 keer groter dan Nederland en grofweg op te delen in 3 natuurlijke regio’s: het laagland, de Yungas en het hoogland. Het laagland (0-1000m), ligt hoofdzakelijk in het oosten van Bolivia en omvat o.a. het tropisch vochtige gebied van het Amazoneregenwoud. Het hoogland (3600–6600m) kenmerkt zich door uitgestrekte hoogvlaktes en hoge bergpieken. De Yungas (1000–3600m) is het tussengebied tussen laagland en hoogland.

Bij het samenstellen van onze rondreis hebben we geprobeerd in aanraking te komen met zoveel mogelijk verschillende aspecten van Bolivia. Concreet betekende dit dat we erg veel reiskilometers hebben gemaakt (vliegtuig, taxi, boot) en de verschillende soorten landschappen doorkruist hebben. Het was voor ons niet de eerste keer dat we in Bolivia waren, maar wederom heeft het land ons een beetje betoverd. Het toerisme staat nog in de kinderschoenen, zeker op de wat onbekendere plekken, dus verwacht geen luxe of perfect geregelde tripjes. Maar tegelijkertijd is dat ook de charme van het land.

Als liefhebbers van papegaaien en parkieten hebben we natuurlijk onze ogen en oren goed opengehouden, want binnen de landsgrenzen van Bolivia komen veel soorten kromsnavels voor. Ze ook daadwerkelijk te zien krijgen is echter een heel ander verhaal. Toch hebben we er een aantal in hun natuurlijke leefomgeving mogen zien, waarbij vooral de ara’s erg veel indruk op ons gemaakt hebben. Vandaar de titel van dit artikeltje.

Onze reis begon en eindigde in Santa Cruz, simpelweg omdat daar het internationale vliegveld ligt. Santa Cruz is een grote industriestad en niet echt heel uitnodigend. Het ligt op 400m hoogte en het is er vooral erg warm en vochtig. Niet zo verwonderlijk dus dat de omgeving van Santa Cruz gekenmerkt wordt door landbouwgrond en fruitteelt. Het centrale plein van Santa Cruz is, net zoals alle steden in Midden en Zuid-Amerika, dè plek om naar toe te gaan om even gezellig met een kopje koffie de wereld aan je voorbij te zien trekken. Tijdens ons kopje koffie zagen we daar een paar kanarievleugelparkieten (Brotogeris versicolorus chiriri) in de palmbomen zitten. Een mooi begin van deze reis!

Vervolgens zijn we doorgereisd naar het Amboro National Park. Vanuit Santa Cruz een drietal uren met een taxi over een steeds slechter wordende weg totdat die weg helemaal ophoudt en we op de rand van een oude vulkaankrater staan. Hier uitstappen en wachten op de “shuttle-service” van de lodge waar we naartoe gaan. Al snel komt een grote 4x4 de steile kraterwand omhoog gezwoegd om ons vervolgens weer mee naar beneden te nemen. Eenmaal beneden op de bodem van de oude krater zijn we erg onder de indruk van deze prachtige plek. De lodge (een simpele constructie met 6 kamers en een eetzaal) ligt werkelijk idyllisch. Aan alle kanten steile rotswand met prachtige tropische begroeiing. We zien een groepje groenwangparkieten (Pyrrhura molinea) voorbij vliegen en her en der zien we ook weer kanarievleugelparkieten.
De volgende ochtend in alle vroegte horen we een hels kabaal….. de papegaaien zijn wakker! We zien grote groepen roodmaskerparkieten (Psittacara mitratus) en blauwvoorhoofd amazone’s (Amazona aestiva xanthopteryx) hoog boven ons in de lucht. De eigenaar van de lodge vertelt ons dat de vogels slapen in de hoge bomen die tegen de rotswand groeien en ‘s morgens met z’n allen weer vertrekken om ergens anders te gaan eten. Doordat we in een vulkaankrater staan weerkaatst het geluid van de vogels en dat maakt het tot een geweldig schouwspel. We zijn hier een paar dagen gebleven en iedere ochtend werden we getrakteerd op dit geweldige spektakel. We hebben prachtige wandelingen door dit gebied gemaakt. Op een van die wandelingen hoorden we plotseling het onmiskenbare geluid van ara’s. Ook hier weerkaatste het geluid door de rotswanden, dus we konden niet meteen plaatsen waar het geluid vandaan kwam. En voor we er erg in hadden scheerde er een paartje soldatenara’s (Ara militaris) vlak over onze hoofden. Wat gaaf!! Jammer genoeg waren ze al weer uit beeld voordat wij de camera konden richten, maar wat een prachtige ervaring was dit.

Vanaf Santa Cruz zijn we daarna naar Sucre gevlogen. Sucre ligt op 2800m hoogte en is de officiële hoofdstad van Bolivia. Het staat ook wel bekend als “la ciudad blanca” en terecht, want alle huizen zijn er wit met rode daken. Het is echt een prachtig stadje met een fijne, relaxte sfeer. Voor ons absoluut de mooiste stad van Bolivia. Ook hier is er natuurlijk weer het centrale plein en daar zagen we een groep roodmaskerparkieten in de hoge bomen. Ook hebben we op verschillende plekken in de stad nog goudvoorhoofdparkieten (Eupsittula aurea) en monniksparkieten (Myiopsitta monachus) gezien. En niet te vergeten een prachtig aymaraparkietje (Psilopsiagon aymara) dat bij onze accommodatie op de dakrand zat (waarschijnlijk hadden ze een nest onder het pannendak).

Vanuit Sucre ging onze reis verder naar nog hoger gelegen gebied. We zijn achtereenvolgens via Potosi, Uyuni, Salar de Uyuni (het beroemde zoutmeer) en omgeving, Copacabana (Titicacameer) naar La Paz gereisd. Dit deel van de reis hebben we afgelegd op hoogten variërend van 3800 tot 5000 meter, met uitzicht op bergtoppen van ruim 6500 meter. Echt adembenemend (soms letterlijk vanwege de hoogte) mooi. Hier geen kromsnavels gezien, hoewel we theoretisch hier het citroenparkietje tegen hadden kunnen komen. Wel zagen we een kolonie flamingo’s bij een meertje op 4200m hoogte. Heel apart om flamingo’s op deze hoogte te zien, heel mooi.

Vanuit La Paz zijn we vervolgens naar Rurrenabaque gevlogen. Bizar om met een klein vliegtuigje (max. 19 passagiers) vanaf een groot vliegveld op 4100m hoogte in amper 40 minuten tijd te landen op een piepklein vliegveldje (mag deze naam eigenlijk niet eens dragen) op 200m hoogte. Na een kleine twee weken in de ijle lucht geleefd te hebben was het letterlijk een verademing om de zuurstofrijke lucht van het amazonewoud in te kunnen ademen. De tropische klamme hitte kregen we er gratis en voor niets bij. Rurrenabaque is een klein stadje aan de Beni-rivier. Pas sinds enkele jaren komt hier het toerisme een beetje van de grond en is Rurrenabaque de uitvalsbasis geworden voor ecotoerisme naar de Pampas en het Madidi NP.

Onze eerste bestemming is een lodge gelegen in de Pampas. De Pampas is eigenlijk het best te vergelijken met de Pantanal, het bekende wetland-gebied in Brazilië. Na een lange taxirit over onverharde stoffige hobbelwegen stappen we in een bootje voor het laatste deel van de tocht. We komen aan in een redelijk basic lodge, maar er is wel een generator, dus stroom en dus ook een koud biertje. En dat smaakt heel erg lekker in deze tropische temperaturen. We verbleven 3 dagen in deze lodge en hebben onder leiding van een gids prachtige tochten gemaakt. Dan voeren met een kano door de talrijke kanaaltjes en zij-kanaaltjes van dit moerasgebied. Soms werd er even aangelegd en liepen we een stukje over de oever, maar in dit natte gebied is de kano toch wel het vervoermiddel bij utstek om je te verplaatsen. De meest voorkomende dieren in dit gebied zijn kaaimannen (2 soorten) en capibara’s (soort uit de kluiten gewassen cavia’s van zo’n 60cm hoog). En hoatzin’s niet te vergeten, een vogelsoort die nog dicht bij de dinosaurus staat. Wat een rare beesten zijn dat, erg lawaaierig en onhandig ogend. Erg leuk was het ook om op piranha’s te vissen; met een stukje vlees aan een haakje vanuit de kano vingen we de ene na de andere piranha (nadat we de smaak te pakken hadden, het was even oefenen voordat het lukte). Vooral ons zoontje van 9 vond dit heel stoer.
Tijdens een van de tochten vloog er plots een groepje forpussen over. Het waren onmiskenbaar forpussen, maar welke soort was zo tijdens het vliegen niet te zien. En aangezien er in dit gebied twee forpussoorten voorkomen, waren het dus òf blauwvleugel-forpussen (Forpus xanthopterygius flavescens) òf zwartsnavel-forpussen (Forpus modestus sclateri). Een mooi gezicht was het om zo’n groepje te zien vliegen!
Een papegaaiensoort die we wèl heel duidelijk konden herkennen waren de blauwgele ara’s (Ara ararauna). Veelal hoorden we ze eerder dan dat we ze zagen, maar als we ze dan zagen overvliegen waren we steeds weer onder de indruk. Wat zijn vliegende ara’s toch prachtig om te zien!

De volgende bestemming was het Madidi National Park. Eerst terug naar Rurrenabaque en vandaar met een bootje de Beni-rivier op. Na een paar uur stroomopwaarts varen (we zijn inmiddels al in het Madidi NP) slaat de boot een zijriviertje in. Hier nog eens ruim een uur varen en dan zijn we bij onze tussenstop: “Caquiahuara”. Hier hebben we al lang naar uitgekeken, want deze plek wordt ook wel de “Macaw Clay Cliff” genoemd, een kleiwand waar o.a. ara’s komen om van de minerale klei te eten en om te broeden in de holen in de kleiwand. We hopen dat we het geluk hebben om er ara’s te zien. En ja hoor, op weg naar de cliff (een half uurtje lopen vanaf de oever) zien we al een paartje groenvleugel ara’s (Ara chloropterus) die een beetje zitten te stoeien op een grote tak. Als we even later bij de kleiwand komen weten we niet wat we zien: tientallen groenvleugel ara’s die af en aan vliegen op de grote steile wand. Als we goed kijken zien we meerdere holen in de wand, die allemaal bezet zijn door paartjes ara’s, terwijl andere paartjes pogingen doen om zo’n holte af te pakken. Een fascinerend schouwspel! De wand is weliswaar nog best ver weg van de plek waar wij staan (enkele tientallen meters), maar de grote ara’s maken veel indruk. Ook zien we veel witoogparkieten (Psittacara leucophthalmus) die een poging doen een plekje te vinden in de kleinere holen. Maar onze aandacht gaat toch vooral uit naar de groenvleugel ara’s. Wat een kleurenpracht als een groepje ara’s opvliegt…. fantastisch!! 

Na nog een uurtje varen komen we aan bij onze lodge, waar we de komende 4 dagen zullen blijven. Deze lodge wordt geheel door de lokale bevolking gerund en is midden in het ongerepte regenwoud gebouwd. Geen stroom hier, dus ’s avonds gaat een kaarsje aan en genieten we van de geluiden om ons heen. De gids kent het bos hier op z’n duimpje en hij heeft ons getrakteerd op prachtige wandeltochten. Ongelofelijk hoe goed hij de verschillende dierengeluiden kende, want het nadeel van dicht regenwoud is wel dat het moeilijk is om dieren te zien. Je hoort ze wel maar ziet ze niet. Maar dankzij de gids hebben we toch veel dieren gezien, omdat hij ze eerst hoorde en daarna wist waar hij moest kijken. Zo hebben we meerdere apensoorten en vogelsoorten gezien, waaronder ook een paar soorten kromsnavels. Kobaltvleugelparkieten (Brotogeris cyanoptera) hebben we best vaak gezien, luid schreeuwend boven de boomtoppen vliegend, maar ook relaxed zonnebadend op de hoge tak. Ook witoogparkieten hebben we in grote groepen boven de rivier zien vliegen en we hebben een glimp op kunnen vangen van een paar wegvliegende Müller amazone’s (Amazona farinosa). Tijdens de wandeltochten hadden we al een paar keer caique’s gehoord en toen we een keer op een open plek aan de oever van een klein beekje stonden zagen we ze ook. Jammer genoeg regende het op dat moment, dus de foto’s zijn niet mooi geworden, maar het was een prachtig paartje geeldij witbuik caique’s (Pionites leucogaster xanthomerius) dat zich te goed deed aan grote rode bloemen.
Vanuit de lodge zagen we tegen de avond steeds weer groepjes kleine ara’s over de rivier vliegen. We zijn met de gids op zoek gegaan en uiteindelijk zagen we een paar van die kleine ara’s in een boom aan de oever zitten. Het bleken kastanjevoorhoofd dwergara’s te zijn (Ara severus castaneifrons). Volgens de gids waren deze dwergara’s altijd tegen het eind van de middag rond de rivier te vinden. Ook hebben tijdens ons verblijf hier meermalen blauwgele ara’s en groenvleugel ara’s gezien. Bijzonder was wel het moment dat we bij een nestboom kwamen waarin op dat moment een paartje groenvleugel ara’s de nestholte verdedigde tegen een ander paar, indrukwekkend om te zien.

En toen zat de vakantie erop en moesten we het mooie Bolivia weer verlaten. Wat hebben we toch een prachtige reis achter de rug, we denken met weemoed terug aan de vriendelijke Bolivianen en het geweldige natuurschoon. Resumerend hebben we dus, naast de andere prachtige kromsnavels,  4 soorten ara’s gezien tijdens onze rondreis: soldaten ara, blauwgele ara, dwerg ara en groenvleugel ara. Wat is het toch mooi om deze majestueuze dieren in het wild te zien.