deboompjes.nl

                     alle foto's © deboompjes.nl
      home   reizen    papegaaien & parkieten  

"Op zoek naar papegaaien en parkieten in Costa Rica"

(Parkieten Sociëteit, mei 2001)


Op zoek naar papegaaien en parkieten in Costa Rica

Gerben en Renie Boom

Tijdens onze rondreis door Costa Rica in oktober 1999 hebben we enorm genoten van de prachtige natuur en vriendelijke bevolking van dit land. Costa Rica, een relatief klein land in midden Amerika, heeft een zeer grote biologische diversiteit: vulkanen, regenwouden, nevelwouden, rivieren en stranden aan twee oceanen. Al in 1955 nam Costa Rica de eerste officiële maatregelen ter bescherming van de natuur en mede daardoor is tegenwoordig het ecotoerisme de belangrijkste bron van inkomsten. Hoewel in de laaggelegen gebieden wel flinke stukken grond zijn ontbost, is vergeleken met omringende landen veel van de oorspronkelijke natuur bewaard gebleven. Tegenwoordig is 25% van Costa Rica beschermd natuurgebied, en de rijkdom aan planten en dieren is enorm.

Aangezien wij geen Spaans spreken èn slechts 2 weken vakantie hadden (waarin we zoveel mogelijk wilden zien) hebben we gekozen voor een georganiseerde rondreis met een avontuurlijke reisorganisatie. De reis ging langs diverse nationale parken, waarbij het ter plaatse altijd mogelijk was om op eigen gelegenheid er op uit te trekken. Gezien onze zoektochten naar papegaaien en parkieten, is dat laatste voor ons natuurlijk wel belangrijk!

San José

De reis begint in San José, de hoofdstad van Costa Rica. We arriveren ’s avonds als het al donker is en worden de volgende ochtend in alle vroegte gewekt door het geschreeuw van enkele parkieten. Tja, en wat doe je dan? Snel opstaan natuurlijk en op zoek gaan naar de veroorzakers van de herrie. Die vinden we na een tijdje, hoog in een boom: Finsch aratinga’s (Aratinga finschi). Het lijkt ons een goed voorteken dat we zelfs midden in deze stad, op onze eerste ochtend, al parkieten zien.

We begeven ons in het centrum van San José en proeven de sfeer van het land van de Tico’s (zoals de bewoners van Costa Rica zichzelf noemen). Rond het middaguur worden we eraan herinnerd dat we ons in de tropen bevinden: een heuse tropische stortbui dwingt ons tot schuilen in een klein cafeetje.

Carara

In de loop van de middag vertrekken we richting de westkust. Omdat we ons huiswerk hadden gedaan wisten we dat de route vlak langs het Carara natuurreservaat liep, één van de laatste leefgebieden van geelvleugel ara’s (Ara macao) in Costa Rica. Het is met de geelvleugel ara in Costa Rica zo droevig gesteld, dat er in het wild nog maar ongeveer 500 stuks over zijn! Hiervan leven er zo’n 200 in het Carara natuurreservaat.

Op ons verzoek maakten we een stop bij de brug van Carara (nog buiten het eigenlijke reservaat). Hier zouden namelijk aan het eind van de middag regelmatig ara’s te zien zijn. En inderdaad, na enige tijd zagen we ze vliegen. Wat een indrukwekkend gezicht, die enorme soepele bewegingen! Ook zagen we amazones die, in tegenstelling tot de ara’s, behoorlijk onhandig lijken in de vlucht. Snel klapwiekende dikkerdjes, die amper hoogte houden. Zowel de amazones als de ara’s vlogen in koppels van twee, al krijsend voorbij. De papegaaien vliegen hier iedere dag over, omdat ze gaan overnachten in de mangrovemoerassen aan de monding van de nabijgelegen rivier.

De volgende dag gingen we terug naar het Carara natuurreservaat, in gezelschap van enkele reisgenoten die ook interesse hadden voor de ara’s. Al bij de ingang van het reservaat konden we ze horen, maar vanwege de zeer dichte begroeiing was het toch nog moeilijk ze te zien. Carara bestaat uit vochtig tropisch woud en onder de bomen is het, ondanks de felle zon, enigszins donker. Ons een weg banend door het groen verbazen we ons over felgekleurde zwammetjes en schitterende orchideeën.

Na een klein uurtje lopen zien we dan eindelijk de geelvleugel ara’s. Ze zitten heel hoog in de bomen, waardoor het wel lastig is ze te fotograferen. Deze enorme vogels, ongeveer 10 stuks, weten onze aandacht lange tijd vast te houden. Een holle boom biedt waarschijnlijk een mooie nestgelegenheid, want we zien twee ara-stellen hierom vechten. Het is indrukwekkend om te zien hoe de ara’s die weggejaagd worden, onder luide protesten (echt oorverdovend) wegzweven om vervolgens net zo snel weer terug te komen voor de volgende poging om de nestholte te veroveren.

Amazones horen en zien we niet. Wel hebben we nog een ontmoeting met twee toekans. Het is prachtig om te zien hoe ze rode besjes plukken en deze door hun grote snavels naar binnen laten rollen.

Manuel Antonio

Het volgende park dat we aandoen is Manuel Antonio. In dit park waan je je echt in een tropisch paradijs: weelderig regenwoud en prachtig witte stranden. Ook het onderkomen is paradijselijk: een klein pension, waar een tamme Costa Rica Müller amazone (Amazona farinosa virenticeps) ons zijn uitgebreide Spaanse vocabulaire laat horen.

’s Morgens worden we vroeg wakker van de brulapen. Tijdens een wandeling spotten we o.a. leguanen, hagedissen en luiaards. Doodshoofdaapjes springen van tak tot tak, en houden ons met hun capriolen aangenaam bezig.

Ook horen we parkieten, maar deze vliegen slechts over en we kunnen ze zo snel niet herkennen.

Maar natuurlijk rusten we niet voordat we deze parkieten goed gezien hebben! Met onze oren en ogen wijd open blijven we door de omgeving lopen. Uiteindelijk worden we beloond. Aan het eind van de middag ontdekken we bovenin een boom een aantal tovi-parkieten (Brotogeris jugularis). Ze zitten prachtig in de zon, gezellig kwetterend hun veren poetsend.

Monteverde

Het volgende reisdoel is Monteverde national park, een wat hoger in de bergen liggend nevelwoud, dat bekend staat om de vele vlinders en kolibries. Het is in vele opzichten een nog onontgonnen gebied: ieder jaar worden er in de boomtoppen nog nieuwe soorten insecten ontdekt en enkele jaren geleden werd voor het eerst de unieke gouden pad aangetroffen. Deze laatste is helaas om onduidelijke redenen inmiddels uitgestorven.

Monteverde staat tevens bekend om de erbarmelijke staat van de toegangsweg, maar gelukkig komen we boven zonder vast te raken in de modder. Dit ondanks het noodweer dat ons treft. Het is met recht een nevelwoud. Als we arriveren ligt de berg in de wolken, en ons hotel ziet er uit en ruikt alsof het er nog nooit droog is geweest. Toch is het de volgende ochtend stralend weer, en we trekken er op uit met een vogelgids om de zeldzame quetzal, de heilige vogel van de Maya’s, te spotten. Deze vinden we niet, vooral tot grote teleurstelling van onze gids. Wel zien we veel andere vogels, waaronder toekans en kolibries. Op diverse plaatsen zijn bakjes met honingwater opgehangen, waar de kolibries in grote getale op af komen. Als je er dicht bij staat, zoemen ze als grote bromvliegen langs je heen. Er waren minstens 6 verschillende soorten, verschillend van formaat maar allemaal even schitterend van kleur. Grappig om te zien was ook hoe compleet verschillend gekleurd man en pop van eenzelfde soort zijn (met dank aan het vogelboek!).

Behalve vogels zagen we ook neusbeertjes, een rolstaartbeertje en brulapen (die je ook altijd goed hoort). We leerden van onze gids dat je niet recht onder een brulaap moet gaan staan, omdat ze hun territorium verdedigen door naar beneden te plassen! Toch handig om te weten.

Tamarindo

Op weg naar Tamarindo wordt er getankt in een klein dorpje. En natuurlijk horen wij weer iets kwetteren: het blijken petz parkieten (Aratinga canicularis) en witvoorhoofdamazones (Amazona albifrons nana) te zijn, zittend in een boom midden in het dorp. Al snel staan wíj te kijken naar de vogels en de plaatselijke bevolking naar ons. Ze komen niet meer bij van het lachen om die rare toeristen die foto’s maken van wat voor hun tot de dagelijkse routine behoort. Onder luid gejoel en gezwaai van de kinderen verlaten we even later het dorp.

In Tamarindo aangekomen zien we nog veel meer petz parkieten, die onder het uiten van wilde kreten over het dorp scheren. We zien ze van redelijk dichtbij, zelfs in grote groepen (meer dan 20 stuks). Behalve in de bomen, zitten ze ook in het gras, druk etend van graszaden.

s’ Nachts gaan we, onder begeleiding van een aantal biologen, naar het strand van Tamarindo om reuzenschildpadden (ongeveer anderhalve meter lang!) hun eieren te zien leggen. Het is toevallig de juiste tijd van het jaar, en de legperiode is net begonnen. Er schijnt een volle maan, zodat we de schildpadden duidelijk uit de branding omhoog zien komen. Na enig gegraaf worden de eieren gelegd en kruipen de schildpadden weer terug (dit alles gaat, volledig in overeenstemming met het imago van schildpadden, niet echt snel). Een indrukwekkend gezicht!

Rincon de la Vieja

Via Santa Rosa national park, een wat droger woud met uitzicht op de bergen, gaan we naar Rincon de la Vieja national park, waar we een aantal dagen doorbrengen op een afgelegen ranch. Rincon de la Vieja is een actieve vulkaan, die in 1991 voor het laatst tot uitbarsting is gekomen. Op diverse plekken is nog vulkanische activiteit te zien in de vorm van hete modderbronnen, geisers en zwavelbronnen. Het is een prachtige omgeving voor wandelingen, die we dan ook veelvuldig maken. Neusbeertjes en apen komen we regelmatig tegen, maar papegaaien of parkieten laten zich helaas niet zien. Wel is ook hier weer een tamme amazone te bewonderen, en wel een zeer mooie Geelnek amazone (Amazona auropalliata). ’s Avonds wordt er Salsa muziek gedraaid, en uiteraard wagen wij ons ook aan een dansje, om er vervolgens achter te komen dat wij westerlingen toch maar stijve harken zijn vergeleken met onze Latijns-Amerikaanse medemens.

El Arenal

La Fortuna, een dorpje liggend aan de voet van de Arenal vulkaan, is onze volgende bestemming. Het toeval wil dat de Arenal een uitbarsting heeft gehad, enkele dagen voordat wij er arriveren. Het gevaar is geweken, maar er is nog wel een verhoogde vulkanische activiteit! Als het donker is gaan we zwemmen in de warmwaterbronnen aan de voet van de Arenal, met uitzicht op de actieve vulkaan, waarvan de lava prachtig oranje opgloeit. Het is onwerkelijk mooi en zeer indrukwekkend als je de grote brokstukken rommelend de berg af hoort komen, zeker in combinatie met de oranjerode lava.

Vanuit La Fortuna maken we een dagtocht naar Caño Negro national park, op de grens met Nicaragua. Tijdens een boottocht speuren we naar watervogels, krokodillen, apen en luiaards. Ook zien we de beroemde "Jesus Christ leguana", die over het water kan lopen, en ook bereid is dit aan ons te laten zien.

San Jose

Onze reis eindigt weer in San Jose. We kunnen niets anders zeggen dan dat het een zeer indrukwekkende en gevarieerde reis is geweest. Wat betreft de zoektocht naar vogels: we hebben veel van de soorten die we graag wilden zien ook daadwerkelijk gezien. We hebben echter wel geleerd dat bewoners van tropisch regenwoud zich prima kunnen verstoppen: je hoort ze wel maar ziet ze niet! Soorten die volgens de boeken "veelvuldig" voorkomen, kunnen in de praktijk niet of moeilijk te vinden zijn! We vinden echter dat juist dit aspect een reis ook wel weer spannend maakt! Dat is nu net het verschil tussen een dierentuin, en dieren in de vrije natuur.

Tot slot nog een opmerking over de vele tamme papegaaien die we gezien hebben. Het viel ons op dat vooral amazone papegaaien enorm veel door de plaatselijke bevolking als kooivogel gehouden worden. Van de vier amazone-soorten die Costa Rica rijk is, hebben we er drie in kooien gezien, te weten de Costa Rica Müller amazone (Amazona farinosa virenticeps), Geelnek amazone (Amazona auropalliata) en de Salvins amazone (Amazona autumnalis salvini). Vooral de Geelnek amazone schijnt erg te lijden onder de illegale vogelvangst. Maar eerlijk is eerlijk, het is natuurlijk vooral de vraag vanuit het buitenland die ervoor zorgt dat het vangen van dieren uit het wild een lucratieve zaak blijft voor de plaatselijke vogelvangers, die het toch al niet al te breed hebben. Gecombineerd met ontbossing en economische ontwikkeling betekent dit echter wel dat er een grote druk ligt op het voortbestaan van deze prachtige vogels in hun natuurlijke omgeving.