deboompjes.nl |
Gerben, Renie & Ruben's HomePage
|
|
alle foto's © deboompjes.nl |
"Op zoek naar Ara's in Costa Rica"
(Parkieten Sociëteit, oktober 2018)
Op zoek naar Ara's in Costa Rica
Gerben Boom
In navolging
van ons vorige artikel, waarin we schreven over onze ontmoetingen met wilde
ara’s in Bolivia (“Op zoek naar ara’s in Bolivia”, PS januari ’18), speelt dit
artikel zich af in Costa Rica.
In de zomervakantie van 2018 hebben wij (gezin van drie) namelijk een mooie
rondreis gemaakt door het prachtige Costa Rica.
Onze rondreis
begon in de hoofdstad San José, waar ook het internationale vliegveld gelegen
is. Nadat we onze huurauto in ontvangst hadden genomen zijn we noordwaarts
gereden richting de grens met Nicaragua, naar de Maquenque Eco-Lodge in Boca
Tapada. Een mooie lodge gelegen in een prachtig natuurgebied. Wij hadden een
“treehouse” geboekt, wat ook echt een serieuze boomhut bleek te zijn. Een
volwaardige kamer inclusief badkamertje op zo’n 15 meter boven de grond tussen
een paar woudreuzen geklemd. We keken ’s morgens toen we wakker werden de
slingerapen letterlijk recht in de ogen!! Echt een geweldige ervaring!
Deze plek staat er ook om bekend dat hier de, helaas zeldzaam geworden, buffons
ara (ara ambigua) regelmatig gezien wordt. Maar bij navraag werden wij al snel
uit de droom geholpen: “nee, die zijn hier alleen in november/december te zien”.
Dat was natuurlijk even een kleine tegenvaller. Maar niet lang getreurd, want er
was hier meer dan genoeg te zien. Zo zagen we o.a. meerdere soorten kolibri’s,
suikervogels, tangara’s, arassari’s, zwavelborst toekans, swainson toekans,
neusbeertjes, apen, gifkikkertjes en nog heel veel meer. Ook waren er
kromsnavels te bewonderen, want Salvin’s amazones kwamen regelmatig overvliegen
(hun geschreeuw was niet te missen) en we zagen een paartje roodoorpapegaaien
(Pyrilia haematotis) die met hun net uitgevlogen jongen aan het ontbijten waren
met bananen.
En dan natuurlijk de tovi-parkieten. Dat is voor ons toch wel dé “Costa Rica
parkiet” bij uitstek. Waarom? Nou, omdat we die zo’n beetje op iedere dag van
onze reis wel gezien hebben. Soms alleen maar een klein groepje dat luid
kwetterend over kwam vliegen, maar vaak ook van heel dichtbij. De meeste
accommodaties hebben bij het restaurant/ontbijt-gedeelte een “feeder” gemaakt,
waar ze fruit op leggen. En daar hebben we vaak de tovi-parkietjes gezien, die
lekker kwamen meesnoepen van dat fruit. Bij de Maquenque Eco-Lodge was ook zo’n
feeder en daar hebben we erg genoten van de capriolen en het onderlinge gekibbel
van de tovi-parkieten. Er waren meerdere groepjes van zo’n 20 tovi’s en die
groepjes vlogen af en aan. Eerst streken ze neer op de feeder, vervolgens vlogen
ze naar de nabij gelegen bomen/struiken, om kort daarna weer terug te keren naar
de feeder. De groepjes wisselden elkaar steeds af, er waren dus eigenlijk steeds
wel tovi’s te zien. We konden er uren naar kijken.
De reis ging
verder naar Sarapiqui, weer een stukje zuidelijker. Sarapiqui en omgeving is
bekend vanwege de vele plantages die hier in de omgeving te vinden zijn: cacao,
kokos, maar vooral ananas. Het is niet voor niets dat veel van de ananassen in
onze supermarkten uit Costa Rica komen. Het landschap rond Sarapiqui is heel
groen met veel afwisselende vegetatie. En de combinatie van veel groen èn veel
regen (hebben we zelf ook mogen ondervinden) maakt dit ook een perfect
leefgebied voor kikkers. We hebben hier prachtige gifkikkers en boomkikkers
gezien, de ene soort nog kleurrijker dan de andere.
Op een middag besloten we de “chocolate-tour” te gaan doen: in 2 a 3 uur wordt
uitgelegd hoe van een cacao-boon uiteindelijk chocolade gemaakt wordt. Vooral
ons zoontje had daar wel zin in, want je mocht er ook zoveel chocolade proeven
als je maar wilde, haha. Die tour was op locatie van een kleine cacao-plantage.
Daar aangekomen hoorden we meteen al amazones, het bleek een paartje Costa Rica
Müller amazones te zijn die boven in een boom gezellig zaten te keuvelen.
Tijdens de “chocolate-tour”, die overigens erg leuk was en met veel humor gedaan
werd, hoorden we plotseling het onmiskenbare geluid van ara’s. De eigenaar/gids
zag ons opkijken en bevestigde ons vermoeden: lapa’s (zoals ara’s hier genoemd
worden). Maar waar waren ze? Dat bleek niet zo moeilijk want de eigenaar kon ons
dat precies vertellen: in de grote amandelboom (Almendro) vlak naast jullie
geparkeerde auto, want daar zitten ze iedere middag rond deze tijd! Wij
natuurlijk snel terug gelopen en inderdaad……… 3 prachtige buffons ara’s die zich
tegoed deden aan de amandelnoten. Echt bang waren ze niet, dus we konden
redelijk dichtbij komen. Fotograferen was echter nog best lastig, omdat de
vogels eigenlijk bovenop de amandelboom zaten en grotendeels in het groen
verstopt waren. Maar het is toch gelukt om een paar mooie foto’s te schieten van
deze prachtige ara-soort. En op het moment dat de buffons ara’s weer wegvlogen
kwam er een paar geelvleugel ara’s langsgevlogen, waarvan er eentje ook nog even
snel een amandeltje kwam meepikken voordat ‘ie snel weer verder vloog. Voor ons
was het dus een topdag: zowel de “lapa verde” (groene ara) als de “lapa roja”
(rode ara) gezien; en dat met een buik vol lekkere chocolade!
Een paar dagen later kwamen we aan bij het Rincon de la Vieja NP in het noodwesten van Costa Rica. Bij de lodge werden we opgewacht door een groep kleine witvoorhoofd amazones. De groep bestond uit oudere vogels en enkele jongen, die luid krijsend van boom naar boom vlogen. De jongen vlogen bedelend achter de oudjes aan. Maar het was wel moeilijk om ze goed te zien te krijgen. Want hoewel ze erg veel lawaai maakten, waren ze moeilijk te vinden in de dichte bomen. Meestal zag je ze pas als ze weer wegvlogen naar een andere boom. En ook al zag je in welke boom ze landden, dan nog was het vaak erg moeilijk ze in die boom te ontdekken. De dagen dat we in het noordwesten van Costa Rica verbleven hebben we meerdermalen kleine witvoorhoofden gezien, maar nooit zoveel als de groep hier.
Vervolgens zijn we naar het zuiden afgedaald. Vlak bij het Carara NP is de bekende “krokodillen-brug”, waar we natuurlijk ook even gestopt zijn. Onder deze brug over de Taracoles rivier liggen altijd wel enkele tientallen krokodillen te zonnen, leuk om even te gaan kijken. Het Carara NP is een van de bekende hot-spots voor geelvleugel ara’s. Toen we in een aangrenzend dorpje gestopt waren voor een kopje koffie, kwam er zowaar een groepje van 4 geelvleugels op ons toe vliegen om even later weer tussen de boomtoppen te verdwijnen. Weer zo’n bijzonder momentje.
Verder zuidwaarts kwamen we bij het dorpje Ojochal. De eigenaren van de lodge hadden er veel moeite in gestoken om een prachtige tuin aan te leggen waar dan ook veel vogels op af kwamen. Naast de vele kolibri’s, tovi-parkieten, toekans en de meest fantastisch gekleurde vogeltjes, zagen we hier ook salvin’s amazones hoog in de boomtoppen. Want dat hebben we wel ervaren: amazones zitten altijd hoog boven in de bomen. Maar de uitzondering bevestigt ook hier de regel, want op een ochtend zagen we plotseling twee salvin’s amazones dichtbij in een klein boompje landden. Ze lieten zich tot op korte afstand benaderen, al waren ze wel erg onrustig. Maar we hadden geluk, we konden snel een paar foto’s nemen voordat ze het toch een beetje te gortig vonden worden en rap weer de hoge boomtoppen opzochten.
Als laatste
bestemming stond het Corcovado NP op het programma. Het Corcovado NP ligt in het
zuidelijkste puntje van Costa Rica en is alleen per boot bereikbaar. Daarnaast
wordt er streng op toegezien dat er maar een beperkt aantal bezoekers per dag
het park betreden (alleen met gids, tickets moeten gereserveerd worden), dus het
is er nog redelijk ongerept.
En wat was het mooi! Vooral de ontmoeting met een groepje slingerapen was heel
bijzonder. We hadden net een stroompje overgestoken en waren bezig onze schoenen
weer aan te trekken toen het groepje slingerapen letterlijk tevoorschijn kwam
geslingerd. Ze bleven een paar minuten zo ongeveer vlak voor onze neus hangen
voordat ze weer verder trokken.
Maar minstens zo magisch was het moment dat we een zestal geelvleugel ara’s zagen in een grote boom. De vogels zaten als tweetallen bij elkaar, het zullen dus wel drie paartjes geweest zijn. Ze waren eerst een tijdje druk met veren poetsen, maar vlogen na enige tijd naar een andere boom waarin ze allerlei eetbaars vonden. Tijdens het foerageren zaten de vogels geen moment stil. Ze bewogen steeds van tak naar tak, af en toe iets in hun snavel stoppend. Dit hele schouwspel duurde misschien een minuut of twintig en toen vlogen ze weg. Ongetwijfeld op weg naar een andere boom met allerlei lekkers. Op de boot tijdens de terugreis naar de lodge zijn we heel erg natgeregend (onze zomer is regentijd in midden-amerika), maar dat kon de pret niet drukken.
Op de terugweg
naar het vliegveld van San José hebben we overnacht in het plaatsje San Gerardo
de Dota. Dit kleine dorpje ligt op 2200 meter hoogte en het is er dus een stuk
frisser dan in het tropische laagland. De vallei waarin San Gerardo de Dota
verscholen ligt staat bekend als een van de plekken waar de quetzal (de heilige
vogel van de maya’s) te zien zou zijn. De quetzal is welliswaar geen kromsnavel,
maar tjonge wat is ‘ie mooi! We hadden het geluk dat we de volgende ochtend maar
liefst 7 quetzals te zien hebben gekregen. Een tweetal zat gewoon in de bomen op
het terein van de lodge, de anderen hebben we een paar kilometer verderop
gezien.
Ook zagen we die ochtend hoffmanns pyrrhura’s. Deze kleine druktemakertjes
vlogen in groepjes van zo’n 10 vogels van boom naar boom. Ze waren moeilijk te
benaderen en vlogen bij het miste of geringste weer weg. En als zo’n groepje dan
weer opvloog was het geel aan de vleugels erg goed te zien, prachtig was dat.
Terugdenkend
aan deze reis hebben we het geluk gehad heel veel moois te zien, waarbij de
ontmoetingen met de kromsnavels toch wel weer een bijzondere plek innemen.
En wilde ara’s? Tja, die ontmoetingen blijven magisch.